Deze kotopita is een authentiek Grieks recept dat geweldig is om te maken als hapje of buffetgerecht voor de feestdagen. Het zelfgemaakte pitadeeg wordt superkrokant in de oven en is gevuld met een zalig kipmengsel.
Meng de kippenbouten met water en een royale snuf zout in een grote pan. Zorg dat ze helemaal onder staan en kook ze in 20 minuten helemaal gaar. Haal ze met een tang uit het water en laat ze afkoelen in een vergiet. Bewaar 100 ml van het kookwater.
Strooi ondertussen de bloem in een grote kom of beter nog in een teil. Voeg het zout toe en meng erdoor met een vork. Maak een kuil in het midden van de bloem en schenk hier de olijfolie, azijn en het water in. Meng alles goed door elkaar met je vingers door beetje bij beetje de bloem van de buitenkant naar het midden te trekken. Als alles goed gemengd is, stort je het deeg op een schoon werkvlak. Kneed het een aantal minuten goed door tot een mooie bal en verdeel deze daarna in drie gelijke balletjes. Bebloem je werkvlak, leg de deegballetjes daarop en dek af met een schone keukendoek. Laat minimaal een half uur rusten terwijl je de vulling gaat maken.
Verhit een grote braadpan en fruit de uien 10 minuten in een royale scheut olijfolie met een snuf zout op middellaag vuur.
Pluk ondertussen het vlees van de kippenbouten in reepjes.
Roer de stukjes paprika, twee soorten paprikapoeder en de oregano door de uien, en bak nog een paar minuten door. Roer daarna de reepjes kip erdoor en bak nog 2 minuten. Proef en breng naar wens verder op smaak met peper en zout. Maar let op dat er nog kaas doorheen gaat, wat ook een extra zoute smaak geeft.
Schenk de 100 ml kippenbouillon die je hebt bewaard erbij en laat sudderen, zonder deksel, tot het vocht helemaal verdampt is. Roer daarna de twee soorten kaas erdoor tot het goed gemengd is en de kaas gesmolten is. Proef nog één keer of het gerecht op smaak is en haal daarna de pan van het vuur.
Vet je ronde spring-/bakvorm in met olijfolie en strooi een laagje paneermeel op de bodem. Verwarm de oven voor op 200 graden (onder- en bovenwarmte) of 190 graden (hetelucht).
Na de rusttijd voor het deeg zorg je dat je een flinke ruimte vrij hebt gemaakt op je aanrecht om uit te rollen. Zet ook en bakje met circa 200 gr bloem klaar. Strooi wat bloem op je aanrecht en pak een bolletje deeg. Zorg ervoor dat zowel het deeg (aan beide kanten) als de deegroller goed bebloemd zijn, want anders gaat het deeg plakken en dan krijg je het niet goed uitgerold.
Rol het deeg met de dunne deegroller uit tot dun pitadeeg. Dit doe je door je stok op het deeg te leggen en het deeg er iets overheen te leggen. Je rolt voorzichtig een beetje heen en weer met de stok en ondertussen schuif je voorzichtig met je linkerhand naar links en met je rechterhand naar rechts. Herhaal dit op verschillende punten. Het is belangrijk dat je niet te hard drukt en je genoeg bloem er overheen strooit zodat het deeg niet aan elkaar blijft plakken of aan je deegroller. Als je een uitrolsessie hebt gehad, rol je je deegplak weer uit, bebloem je ‘m goed en draai je ‘m een kwartslag om. Herhaal deze rolsessies tot je een dunne, elastische plak hebt waar je bijna doorheen kunt kijken. Het is even oefenen, maar uiteindelijk kan jij het ook!
Bedek de bodem van je bakblik met de eerste laag pitadeeg. Laat het deeg rondom over de rand hangen. Smeer het deeg vervolgens royaal in met olijfolie, gebruik hier een kwastje voor.
Rol daarna de tweede lap deeg uit en leg deze over laag 1 heen. Smeer deze ook weer royaal in met olijfolie.
Schep de vulling op de lagen en verdeel gelijkmatig. Ik strooide hier ook nog wat fijngehakte krulpeterselie over die ik nog in huis had. Dit geeft een mooie kleur aan de vulling.
Vouw het pitadeeg van laag een en twee over het mengsel heen, naar binnen toe. Probeer het mooi te verdelen zodat je niet te veel overlap hebt, daardoor bakt het straks beter krokant. En jawel, ook deze laag kwast je weer royaal in met olijfolie.
Nu is het tijd om laag 3 dun uit te rollen, deze leg je weer over de tweede naar binnen gevouwde laag heen. Deze laag moet je tussen het andere deeg en de zijkant stoppen. Overlappende delen kun je nu wegsnijden, want anders wordt het te veel deeg. Bestrijk de bovenkant royaal met olijfolie en duw je kwastje ook even goed tussen de randen zodat het deeg daar ook een laagje heeft.
Pak een scherp mes erbij en snijd de kotopita vast, tot halverwege, voor in vierkante stukken. Dit zorgt ervoor dat je ‘m later mooi kunt aansnijden en dat de kotopita niet te veel gaat rijzen in de oven.
Bak de kotopita in 35 - 45 minuten mooi goudbruin en super krokant in de oven. Haal daarna uit de oven en laat iets afkoelen.
Snijd de kotopita in stukken, zoals je ‘m eerder al had voorgesneden en serveer op een grote schaal. Garneer met wat fijngehakte platte peterselie.
Lauwwarm vind ik de kotopita het allerlekkerst. Je kunt al een dag eerder bakken en de volgende dag opwarmen in de oven op 120 graden.
Notities
Met dit recept maak je een hapje of buffetgerecht voor 10 - 12 personen.