Verwarm de oven voor op 220 graden (onder- en bovenwarmte) en bekleed een bakblik met bakpapier.

Snijd de aubergines in blokjes of kwarten en meng met 4 el olijfolie, 1 el baharat en 1 teentje fijngehakte knoflook. Verdeel over de bakplaat en zet in de oven.

Meng ondertussen de couscous met 200 ml kokend water in een kom en dek deze af. Laat 10 minuten wellen.

Snijd de puntpaprika’s in grove stukken en snijd een plakje van de stengels bimi. Meng dit met 1 el olijfolie, 2 tl baharat en het sap van een ½ citroen. Voeg na 15 minuten toe aan de aubergine en hussel door elkaar. Zet nog 15 minuten in de oven.

Snipper de sjalotten, hak de resterende knoflook fijn en hak de trostomaten grof.

Verhit een hapjespan en rooster de gemengde noten voor een paar minuten in de pan met een scheutje olijfolie + 1 tl baharat specerijen. Schep uit de pan en hak grof.

Fruit daarna in dezelfde pan de sjalotten in 1 el olijfolie voor 5 minuten. Voeg daarna de knoflook en tomaat toe met 2 tl baharat, de azijn en 2 el water en bak nog 5 minuten op laag vuur.

Inmiddels is de couscous klaar. Schep deze bij het sjalotten-tomaatmengsel samen met het sap van een ½ citroen. Meng goed door elkaar en proef. Voeg naar smaak nog extra olijfolie, citroensap en baharat toe. Het gerecht bevat verder geen toegevoegd zout, maar in deze fase zou je naar eigen smaak wel een snufje kunnen toevoegen.

Schep de couscous in een schaal en verdeel hier de gegrilde groenten over. Garneer met olijfolie, vers citroensap, de grof gehakte noten, verse kruiden en wat geraspte citroenschil. Verkruimelde feta maakt de couscoussalade helemaal af.