Meng de 250 gr diepvries kersen in een pannetje met 1 el water, 1 el suiker, 1 tl vanille essence, 1 tl citroenrasp en mespunt pimentpoeder. Breng aan de kook, draai het vuur lager en laat 12 - 15 minuten pruttelen tot de kersen mooi ingekookt zijn. Haal van het vuur en roer er een paar druppels balsamicoazijn door voor de smaak. Proef en bepaal of er ook nog wat extra geraspte citroen bij mag voor de smaak.

Leg de blaadjes gelatine voor 5 minuten in een bakje koud water.

Verwarm de 250 ml slagroom met de 250 ml volle melk, suiker en vanille in een pannetje tot het kookpunt en haal van het vuur. Knijp de blaadjes gelatine uit en roer deze er rustig door met een garde tot volledig opgenomen. Laat iets afkoelen. Maar niet te lang, want door de gelatine wordt het stijver hoe langer je het laat afkoelen.

Schenk de helft van de panna cotta over de glaasjes en schep hierin steeds 1 el van de kersencompote. Schenk daarover rustig de rest van de panna cotta. Dek de glaasjes af en zet ze in de koelkast om minstens 4 uur op te stijven.

Haal de panna cotta 30 minuten voordat je deze gaat serveren uit de koelkast. Garneer met nog een lepeltje van de ingekookte kersencompote en wat verse frambozen. Rasp op het laatst wat pure chocolade erover en serveer.