Bereid de orzo volgens de aanwijzingen op de verpakking en kook 10 minuten in ruim kokend water met een snuf zout. Voeg de laatste 5 minuten de groene asperges toe en blancheer die mee in het kokende water. Giet daarna af.

Verhit ondertussen een hapjespan en schenk hier 2 eetlepels olijfolie in. Fruit de ui voor 5 minuten met een snufje zout op laag vuur en voeg daarna de knoflook en rozemarijn toe. Bak dit 1 minuut mee.

Voeg de orzo en asperges toe aan de hapjespan samen met de 150 gr pesto en het sap van een ½ citroen. Roer alles rustig door en verwarm goed voor een paar minuten. Roer op het laatst de Honingtomaten erdoor, proef en voeg naar smaak nog citroensap, peper en/of zout toe.

Leg ondertussen de kabeljauwfilet op een snijplank en dep droog met keukenpapier. Bestrooi aan beide zijden met zout en peper.

Verhit een koekenpan met antiaanbaklaag op middelhoog vuur en smelt daarin een klontje boter. Schenk er een royale scheut olijfolie bij en leg de kabeljauw op de velkant in het hete vet. Laat de kabeljauw rustig liggen voor een minuut of 5. Als je naar de zijkant van de moot kijkt, zie je hoe de kabeljauw aan het garen is. Als deze tot ongeveer halverwege gegaard is, draai je de moot (of moten) om en zo laat je hem nog circa 2 minuten liggen. Haal daarna uit de pan. Als de kabeljauw mooi openvalt als je zachtjes op de bovenkant duwt dan is deze gaar. Let op: hoe groter je moot is (dus stel dat je een volledige moot van 400 gram hebt) hoe langer de garing duurt. Als je 4 mootjes van 100 gram hebt, zal de kabeljauw sneller garen. Dus kijk niet alleen naar de tijd, maar ook naar je kabeljauw als je deze aan het bakken bent.

Serveer de orzo met pesto in een diep bord met een mootje kabeljauw erop. Garneer met nog wat citroenrasp en zwarte peper en serveer.