Er zijn in Suriname een aantal gerechten die bijna alleen op feestjes worden gegeten, een daarvan is fiadoe. Of viadoe. Ze schrijven het nog wel eens anders en ik heb niet kunnen ontdekken wat nou de oorspronkelijke schrijfwijze is. Maar dat maakt ook niet, of het nou met een f of een v is, het smaakt verrukkelijk. Het is een hele luchtige, romige, cake-achtige taart die gevuld is met rozijnen, krenten, amandelen, sukade en heel veel suiker. Mierzoet wordt ie en zo hoort het ook :). De laatste kaar dat ik ‘m maakte had ik geen rum verwerkt in het recept. Maar in het recept voor jullie zit dat er wel weer in. Geeft toch net even een extra bite.
Waarschuwing: neem hier de tijd voor! Ik ben op zaterdag van 9 tot 12 goed bezet hiermee. Maar dat is het echt waard.
Wat je nodig hebt:
600 gram bloem
400 gram zachte boter
4 eieren
15 gram gist
4,5dl lauwe melk
275gr fijne suiker
2el kaneel
200gr rozijnen
150gr krenten
100gr sukade
100gr amandelen
3el vanille essence
1 kopje bruine rum
Wat je gaat doen:
Meng met een garde de gist en 25 gram suiker in 2,5dl lauwe melk. Klop in een andere kom de 4 eieren met 50 gram suiker en 2 eetlepels vanille essence schuimig. Roer daarna het gist/melk mengsel en de eieren door elkaar. Roer 2 volle eetlepels zachte boter erdoor. Schep vervolgens beetje bij beetje het meel erbij, totdat er een stevig deeg ontstaat. Dek dit af met vershoudfolie, leg er een doek over en laat het deeg 1 uur in een warme ruimte rijzen.
Week intussen de rozijnen en de krenten in rum. Of je doet het alvast de avond van te voren. Meng 125 gram suiker met de kaneel en zet dit apart. Hak de amandelen in stukjes en bewaar deze ook.
Neem een rond bakblik en vet deze goed in. Rol de helft van het deeg uit op een met bloem ingesmeerd aanrechtblad of op een schone doek en bekleed het bakblik ermee. Snij de overtollige randen eraf; bewaar deze, je hebt ze straks nodig.
Smeer het deeg royaal in met zachte boter en bestrooi het met de helft van het suiker-kaneel mengsel. Haal de rozijnen en de krenten uit de rum en bewaar de rum. Strooi de helft van het krenten/rozijnenmengsel (zonder rum), de sukade snippers en de amandelen erover.
Rol de rest van het deeg (samen met de restjes van de randen) uit op de doek. Probeer het zo vierkant mogelijk te doen. Besmeer de deeglap royaal met boter. Strooi de rest van het suiker-kaneel mensel, rozijnen/krenten, sukade en amandelen over. Snijd vervolgens van boven naar beneden reepjes van ongeveer 4 cm breed van het deeg. Vouw ze in de lengte dicht, zodat de vulling bedekt is.
Deze reepjes snijd je nu in stukken van ongeveer 3 tot 4 cm lang. Schik deze stukken in de vorm van een roos in het bakblik. Je legt ze dus tegen elkaar aan, met de snijranden naar boven en naar beneden! Begin met het “hart” van de roos en werk toe naar de rand van het bakblik totdat het bakblik helemaal gevuld is. Vouw nu de snijranden netjes dicht. En leg de bovenste deegrand van de bekleding van het bakblik er ook netjes overheen.
Verwarm de oven voor op 180 graden. Smelt de overgebleven boter en maak een mengsel hiervan samen met 25gr suiker, 1dl melk en een eetlepel vanille essence. Smeer de fiadoe in met dit mengsel, voordat het de oven ingaat.
Smeer de fiadoe tijdens het bakken regelmatig in met dit mengsel. Bak de fiadoe in 50 minuten gaar. Controleer daarna of deze gaar is. Als je een pin in het midden in de cake steekt en deze er weer uit haalt, moet er nog net een klein beetje deeg aan vast zitten. Laat de cake volledig afkoelen in een warme ruimte en besprenkel het daarna met een beetje rum.
Op de site voor echte lekkerbekjes zag ik nog een extra afwerkingstip staan:
Maak een mengsel van 1 dl lauwe melk, 50 gram suiker en 2 eetlepels van de rum die je over had van het wellen. Besprenkel de fiadoe direct na het bakken in met dit mengsel en strijk het goed uit. Wikkel de fiadoe in aluminiumfolie en daarna in een badlaken en zet het terug in de oven, zodat het heel langzaam afkoelt. Sprenkel de rest van de rum over de fiadoe als deze helemaal afgekoeld is.
Iemand een stukje? 🙂
